
Dit weekend hebben we gekeken naar tickets voor de wereldreis. Wat een keus. De dames en heren marketeers hebben niet stil gezeten! Voor elk wat wils. Tickets gebaseerd op afstand, tickets gebaseerd op het aantal continenten dat je wilt bezoeken, op luchtvaartmaatschappij, op verblijfsduur. Er was te veel. We kwamen erachter dat rechtstreeks naar Nieuw-Zeeland vliegen of naar Zuid-Amerika en dan naar Nieuw-Zeeland relatief duur is. Goedkoper zijn de speciale ‘round the world’ tickets waarbij je zelf je route kunt aangeven mits je je houdt aan het maximale aantal stop-overs. Ongelofelijk dat een bezoek aan Nieuw-Zeeland en Zuid-Amerika duurder is dan een rondje om de wereld.
We vonden uiteindelijk een goedkoop ‘round the world ticket’, maar het probleem is een beetje dat je met dit soort tickets maar moeilijk in Zuid-Amerika komt. Wat is er toch mis met dat continent?? Azië en Nieuw-Zeeland zijn oververtegenwoordigd en met een beetje geluk kom je ook nog wel in Afrika en terug, maar Zuid-Amerika ho maar. Voor de reisbranche houdt de wereld echt op ten noorden van de evenaar.
Uiteindelijk hebben we via internet een op maat offerte opgevraagd voor onze bestemmingen in Nieuw-Zeeland en Zuid-Amerika. Aangezien alle vluchten naar Nieuw-Zeeland over Azië gaan en aldaar een stopover maken (waar je tóch voor moet betalen), denken we erover om een weekje Thailand mee te pikken. Het voordeel is dat je voor datzelfde bedrag nog twee andere gratis stop-overs mag maken. Ik droomde al helemaal weg bij de Cook eilanden of een andere exotische bestemming waar je niet veel anders kunt dan relaxen…. Het is geen straf om verplicht ‘round the world’ te moeten gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten